Kinderen met autisme hebben vaak moeite met het doorgronden van de exacte betekenis van taal, communicatie en sociale situaties. Dit in tegenstelling tot niet autistische kinderen die over het algemeen een aangeboren talent hebben om abstracties van taal en sociaal gedrag te begrijpen. Autistische kinderen ondervinden obstakels in taalgebruik (pragmatiek), de sociale spelregels van het taalgebruik en taalbegrip (semantiek).
Deze obstakels hebben gevolgen voor deelname aan het sociale verkeer op school of sportclub en voor het beheersen en uitvoeren van (schoolse) vaardigheden omdat hierbij een groot beroep wordt gedaan op mondelinge en schriftelijke communicatie van het kind. Problemen in de mondelinge communicatie uiten zich in moeite hebben met een hulpvraag stellen, je mening kunnen geven, voor jezelf opkomen of een adequaat antwoord kunnen geven op een vraag. Obstakels in de schriftelijke communicatie kunnen bijvoorbeeld zijn, het schrijftempo, produceren van een leesbaar handschrift, het maken van relevante aantekeningen, jezelf kunnen verwoorden op papier of weten hoe je een correctie aanbrengt in een toets.